Loading

Cienfuegos (1) 18 t/m 26 april 2019

Image

Cienfuegos (1) 18 t/m 26 april 2019

Op 18 april gaat om 03.30uur lokale tijd de wekker die ons vertelt dat het tijd is om koers te zetten richting Cuba. Een uurtje later zijn de zeilen gezet en zijn we super comfortabel met een goede snelheid onderweg. Rik gaat terug naar bed en komt er om 08.30 pas weer uit. Tijdens deze lange slaap en voor mij lange (en een beetje saaie) wacht onstaat het verhaal van Doornrikje maar hierover later meer.

De hele dag is het prachtig weer en we gaan als een speer. Als gevolg hiervan moeten we aan het einde van de middag de snelheid er flink uit halen zodat we niet in het donker aankomen in Cienfuegos. Tot middernacht hobbelen we met een kleine 4 knopen verder. Dan besluit de wind het voor gezien te houden en moet de motor aan.

En dan is het 19 april; Mijn 30e verjaardag mag ik vieren op zee richting Cuba! Tot dusver geen wind maar ik heb wel een prachtige volle maan cadeau gekregen die me gezelschap houdt tijdens de nachtwacht.

Maar toen waren we een uur kwijt. Rik maakt me om 04.00uur wakker. Of is het toch pas 03.00uur? De telefoons zeggen dat het 04.00uur is en de boordklok geeft 03.00uur aan. Rik heeft buiten muziek zitten luisteren en kan me niet vertellen of hij nu 2 of 3 uur de wacht heeft gehouden. De afstand die we nog te gaan hebben verduidelijkt de situatie en het is toch echt pas 03.00uur. Er is gewoon een uur tijdverschil tussen Cayman en Cuba waar we geen rekening mee gehouden hebben. Voor mijn verjaardag heeft Rik me dus een uurtje minder slaap cadeau gedaan. Hij vindt het erg vervelend en wil nog wel een uurtje blijven zitten maar ik ben toch al wakker en neem de wacht over.

Het is helemaal niet erg want ik geniet van een spectaculaire zonsopkomst over de bergen waarbij de maan aan bakboord nog aan de hemel staat en aan stuurboord de eerste zonnestralen door de wolken heen schijnen.

Ons welkomstcomité in Cuba is nogal apart. Hele kleine vissersbootjes met een klein zeiltje erboven gespannen doen ons meer denken aan die attractie in de Efteling, alleen de muziek ontbreekt. Verbijsterd door dit tafereel varen we verder de baai in, nog steeds kijkend naar het schouwspel van de vele eftelingbootjes. Opeens worden we geroepen en we kijken verschrikt om ons heen. Geen boot te zien, wie roept ons nou? Naast de Incentive drijft een groene stootwil met een snorkelvisser eraan die ons roept dat we recht op zijn collega af varen. En jawel hoor, zo’n 20 meter verderop drijft nog zo’n groene stootwil met visser eraan vast geknoopt. De koers wordt snel verlegd en we houden het water om ons heen goed in de gaten. Ongelofelijk hoe ver uit de kust deze mannen (of jongens) aan een klein boeitje in het water drijven op zoek naar vis. Zoiets zou je je in Nederland absoluut niet voor kunnen stellen. In de baai komen we nog krakkomiekerigere bootjes tegen die in elkaar gezet zijn met hout en stukken piepschuim. We weten nu al dat we hier veel nieuwe dingen en een aparte cultuur gaan beleven.

Voor de inklaarprocedure worden we in de marina verwacht waarbij customs en immigratie en een dokter aan boord komen. De dokter is blij met het blikje cola dat hem aangeboden wordt en ziet daarna direct dat we kerngezond zijn. Hij vult een formuliertje in, stempel erop en klaar. De dokter vertrekt. De man van customs heeft wat meer papiertjes bij zich die allemaal ingevuld moeten worden en met name de verse groenten en fruit moeten allemaal even geïnspecteerd worden. Als ook dat geregeld is mogen we van boord om bij de man van immigratie en de havenmeester langs te gaan. In een half uur vullen we nog meer papieren in, zetten ontelbare handtekeningen en verzamelen een mooie collectie stempels. Maar dan zijn we legaal in Cuba in kunnen we feest gaan vieren. Niet alleen voor mijn verjaardag maar ook ter ere van het 200 jarige bestaan van Cienfuegos. We horen dat de muziek in de stad al begonnen is en verheugen ons op een mooie avond. Rudy van de Sea Ya is al een aantal weken in Cienfuegos en weet inmiddels de weg. Rudy hebben we sinds Curacao niet meer gezien en ook dit weerzien moet uiteraard gevierd worden. 3 keer feest!

Omdat het feest is staan er overal kraampjes waar je voor weinig geld wat te eten of te drinken kunt kopen

 

Een broodje met vlees van dit speenvarken kost maar een paar cent en is erg lekker!

 

Het kermisterrein maakt ook deel uit van de festiviteiten

 

De attracties zijn niet de modernste en sommigen worden zelfs door een tractor aangedreven

 

Een echte “oldtimer”draaimolen

 

Straatbeeld Cienfuegos

 

Wie herkent deze Nederlandse bussen nog? Hier in Cuba kunnen ze gerust nog jaren mee!

 

En natuurlijk zie je overal de oldtimers rijden die zo kenmerkend zijn voor Cuba

 

 

De diversiteit van het aanbod in de supermarkten is zeer beperkt. Wel hebben ze grote aantallen van bepaalde producten zoals crackers.

 

En dan nu: Het verhaal van Doornrikje

 

Er was eens een jongen die de wereldzeeën wilde bevaren. Hij heette Doornrikje. Vanuit het kleine Kessel aan de Maas vertrok hij, op zoek naar avontuur. Voordat hij wegvoer laadde hij zijn bootje tot de nok toe vol met eten en drinken. Doornrikje had namelijk één probleem: hij had altijd honger.

Zijn moeder was wel eens ten einde raad. Wel zestien boterhammen nam hij mee naar school, maar kwam ’s middags altijd terug met grote honger. Naar mate hij ouder werd ging het niet veel beter. De honger bleef maar daarnaast had hij af en toe ook nog verschrikkelijke dorst. Gelukkig was er in het zuiden van het land een man die Doornrikje daarmee kon helpen. Meneer Brand was zijn naam. Hij stopte water in grote ketels, voegde er een aantal geheime ingrediënten aan toe en maakte er een speciaal brouwsel van. Het brouwsel van meneer Brand was het enige drankje ter wereld dat de dorst van Doornrikje kon lessen, maar de honger bleef.

Doornrikje voer langs de kust van Europa, Afrika en stak de oceaan over naar Zuid Amerika. Onderweg naar Cuba werd Doornrikje opeens verschrikkelijk moe en viel in een hele diepe slaap. Zijn scheepsmaatje die de wacht hield was ten einde raad. Met geen mogelijkheid was Doornrikje wakker te krijgen. Ze probeerde hem wakker te schudden en gooide een emmer zeewater over hem heen maar zonder resultaat. Daarna probeerde ze hem wakker te kussen want zo gaat dat meestal in sprookjes, maar Doornrikje sliep gewoon door. De kapitein van een passerend vrachtschip kon het scheepsmaatje ook al niet helpen en er verschenen tranen in haar ogen. Uren ging voorbij terwijl het scheepsmaatje over het water tuurde en nadacht over hoe ze Doornrikje kon wekken.

Opeens streek er een vogel neer op het dek van de boot van Doornrikje en ging naast het scheepsmaatje zitten. Hij zei: “veeg je tranen weg scheepsmaatje, denk goed na over waar Doornrikje het meeste van houdt en het zal hem wekken”. De vogel knipoogde en vloog weer weg. Verward bleef het scheepsmaatje achter. Ze droogde haar tranen zoals de vogel gezegd had en dacht heel goed na.

Maar toen had ze het! Eten! Doornrikje houdt het meeste van eten! Ze snelde naar de kombuis van het schip en maakte de koelkast open. Op dat moment hoorde ze gestommel in de achterkajuit. Doornrikje was ontwaakt!

Het scheepsmaatje kreeg opnieuw tranen in haar ogen maar dit keer waren het tranen van geluk. Ze smeerde zestien boterhammen voor Doornrikje en samen leefden ze nog lang en gelukkig.